O: Geweldig dat je bent. Ik kijk er zo naar uit.
A & P: Wij ook. Heel erg bedankt. O: Beste mensen, dit is Caliban. Dat is muziek, kunnen we nog muziek zeggen? P: Natuurlijk.
A: Ik hoop dat dit nog steeds muziek is. P: Ja, dat valt daar nog onder. O: Wat jij doet, geldt ook voor de metaalsector. Omdat je altijd meer hebt zoals ÖÖÖÖHHH! P: Precies.
Dat is veel geschreeuw. Een beetje zingen hier en daar, maar veel schreeuwen. O: Brullen, dat ken ik van vroeger uit de keuken. Dat hebben onze chefs altijd in zich gehad. P: Ja, je hebt er van verschillende mensen over gehoord.
O: Ja, het is geweldig dat je hier bent. Ik neem aan dat je alles eet? Bent u alleseters? P: Ja.
O: Vis, vlees? Dan doen we vis. In werkelijkheid … P: Ja, we kijken er naar uit.
O: We hadden het net over schreeuwen. We doen de skrei. Namelijk Skrei, weet je wat dat is?
A&P: Vis. Vis! O: Ja, bravo! 100 punten. Skrei is een winterkabeljauw. Dan zwemt hij na het paaiseizoen rond in de Lofoten. O: Het is absoluut een geweldige, heerlijke vis.
A: Ook stevig vlees, toch? O: Precies. We gaan het op de huid bakken. Maar daar komen we later op terug. Want dat is het laatste. Het moet in het midden glazig zijn en heerlijk smaken. We doen het geheel op een ragout van rode biet en aardappel.
O: En natuurlijk is er een biersaus. Wijnsaus, dat kan iedereen.
P: Natuurlijk. A: Dat is saai.
P: En koken en bier is verplicht. O: Precies. Dat kan bij Schlager. O: We maken een bierbotersaus. We doen er een beetje saffraan in, dat is lekker geel. O: Zullen we beginnen?
A&P: Ja. Ja natuurlijk. O: Wil je de aardappelen schillen?
EEN: Ik wel. O gaaf. Hier kun je dan eerst de geschilde dingen in gooien. Ik zal dit van je afnemen. A: Waar zijn de kommen?
O: Ook hier. We hebben hier genoeg kommen. O: Zou jij voor de rode biet willen zorgen want ik heb het volgende gemaakt. Dat is ook grappig. O: Weet je, ik doe tourcatering en jij kent alle zalen. Soms heeft de horeca hele kleine ruimtes. Waar je misschien niet eens alle kachels kunt plaatsen. Toen wilden we op een gegeven moment rode biet maken. En ik had gewoon geen ruimte op het fornuis om die stomme bieten te koken. En toen deden we het volgende. Aluminiumfolie en een beetje komijn. Dit is goed voor de spijsvertering, zeker bij zulke bieten. Voeg dan een beetje zout toe.
Een beetje azijn. Elke azijn. Een sherry azijn, een balsamico azijn. Je kunt dat doen zoals je wilt. En dan worden ze ingepakt en ruim een uur in de oven gezet. O: En omdat ik slim was, heb ik precies dat voorbereid. Ha! Ik heb deze net uit de oven gehaald.
P: Geweldig. OK. O: Ze zijn nog warm, misschien zelfs heet. Als je zin hebt om ze te schillen, dan snijden we ze heel fijn. Dus zeer nauwkeurig. Zie je, zo zien ze eruit. Het mooie is dat je helemaal geen verlies hebt. Door de aroma's gaat er niets verloren in het kookwater. Het zit er nu allemaal in. Een win-win situatie, zeg maar.
P: Heel goed. O: Kijk hoe geweldig het eruit ziet, de kleur.
P: mega. O: Je kunt de structuur daar al zien. En dan moet je ze er weer afsnijden en eventueel met het kleine mesje…
O: Soms is het gemakkelijk om van de huid af te pellen. Anders moet je ze schillen. Wil je dat doen? P: Natuurlijk doe ik dat.
O goed. Goed. O: Ben je linkshandig?
EEN: Ik denk het wel. O: Waarom zeg je niets?
A: Je was net aan het praten. Ik wilde je niet irriteren. O: Dus dan nemen we deze. Het is bedoeld voor linkshandigen.
EEN: Geweldig. Het leek nu meer op snijwerk. O: ja, toch? O: Oké. Het is prima, nietwaar?
P: Heel goed. Prachtig. O: Dat werkt vooral goed als ze nog warm zijn. Als je ze dan meteen schilt, dan is het prima. O: Hou je eigenlijk van rode biet?
P: Ik hou echt van rode biet. Eigenlijk. EEN: Misschien.
O: Vandaag zul je haar aardig vinden. Zeker. O: Omdat ik ze echt leuk vind. Er is zo'n Russische soep, de borsjt. A: Ja, dat vind ik zeker leuk. P: We toeren veel in Rusland.
O ja? Dan ken je ze. P: Het lijkt voor ons gemaakt en we eten het graag. O: Hamer toch? Daar ben ik het mee eens.
P: mega.
Ja. Oh geweldig. Dan werkt het hier. A: Niets goed te doen?
Oh ja. Weet je wat ik heb gedaan? O: Ik kan mezelf altijd bezig houden. Ik begin nu met de saus. Dat wordt de saffraanbiersaus. Niet waar? Over bier gesproken. P: Natuurlijk heb ik dit hier ook, vanwege de tatoeages natuurlijk. Zodat de vingers al snel lekker rood zijn. O: Of? Precies. Ja, dat past ook.
P: Precies. O: Laten we dat wat meer schilderen. Zullen we snel een toast uitbrengen?
P: Ja. Heel graag. O: Dat mogen we niet verwaarlozen.
P: Droge keel. O: mijn liefste.
Een bedankje.
P: Ja, ja. O: Aan jou!
P: Geweldig. O: Leuk dat je er bent.
EEN: Ja. Nogmaals bedankt. P: Proost!
P: Proost! Oh fantastisch!
P: Ja. Zo werkt het. Prachtig. A: Als ik nu op het podium zou staan, zou ik het hebben ge-sms't.
P: Dan had iedereen moeten roepen: "Proost, zak!" O: Je zingt, nietwaar?
P: Ik trommel en hij schreeuwt. O: Oké. trommelaar en geschreeuw. Schreeuwen. De Skrei. Dat zit eigenlijk als gegoten We hebben dus wat olie nodig. En ik heb deze voorgesneden zodat we meer tijd hebben om te drinken. P: Perfect.
O: ui. Selderij. Knoflook. Een beetje olie in de pan en dan moeten we het kleurloos sauteren. Ik doe de knoflook er wat later in. Hij hoeft niet zo veel te zweten. Het kan gebeuren dat hij dan een beetje "WAH" wordt. O: En, een kleine lepel. Natuurlijk nemen we nu mijn bier niet. We trekken een extra gekookt biertje open. Er komt maar heel weinig in, maar deze Bitburger… Het leuke aan Bitburger is dat het een droog bier is.
P: Een mooie Herbes, ja. O ja. Het heeft niets zoets, heerlijk. Maar dat is niet voor zo'n vissaus … … dus het is best lekker daar als het wat zoeter is. Daarom doe ik er ook een scheutje shandy bij.
Bitburger heeft dat ook. A&P: Ja. Zweet kleurloos. Dat gaat nog even duren. Voeg er knoflook aan toe. A: Deze combo is altijd zo cool.
O: Welke stationwagon? A: Uien en knoflook.
O: ja, toch? Dat is eigenlijk een basissaus. Een beetje ui, een beetje bleekselderij. Dat geeft smaak. Dat geeft je ook een beetje binding achteraf als je het pureert. O: En knoflook is sowieso god. En als je dan een witte wijn vult of in dat geval een biertje of zelfs een bouillon… … en kook het in met room of als je veganist bent met een sojaroom, dat is een redelijk doel, toch? EEN: Precies.
O: Dan heb je een basissaus, een witte. Je kunt dan… Of je er nu een mosterdsaus van maakt of een saffraansaus van of – maakt niet uit. Die kun je dan afleiden. O: Dus ik moet het een beetje kleiner maken. Het wordt nu te warm. O: Ik heb geen inductiekookplaat in mijn keuken. Ik heb daar keramische velden. Ze hebben altijd een temperatuur en ik ben er zo aan gewend dat…
A&P: Ja, ja! O: Als ik de pot verplaats, gebeurt het me vaak dat ik hier op deze luchtpijpkussentjes omhoog glijd. En dan is het allemaal hier. Maar nu ben ik er een beetje aan gewend. O: Oké. Vertel eens een beetje over je zelf! Wanneer komt er een tour of kom je er net van af? Waarom ben ik niet uitgenodigd? Stop alle vragen. A: Ja, we hebben nu net op het eerste festival gespeeld. 2 dagen geleden of 3e zaterdag. O: Oké. Welke?
A: Warzone Metal Fest 6k.
Het was zo'n kleintje in België. O: Ah, oké. P: We komen net van de Europese tournee in Rusland, zoals we net zeiden. Vorig jaar hebben we een nieuw album uitgebracht. 2018. "Elementen." En dus waren we veel onderweg in 2018. We speelden festivals. Rock am Ring, Summer Breeze, Rock im Park. En hoe ze heten. We zijn toen in het najaar een maand naar Rusland geweest. We touren daar graag. O: Dat vind ik echt spannend. Juist omdat de mentaliteit daar ook totaal anders is. Dat merk je aan het publiek, toch? A&P: Ja, ja. In elk geval.
P: Nou, we zijn een erg toerende band. Vooral in Rusland. Veel andere bands doen alleen Moskou, St. Petersburg, Jekatrinburg. Maar we zeiden altijd dat we alles wilden zien en doen. Tours van Kaliningrad naar Vladivostok. En dan merk je dat als je in streken bent waar de mensen niet zo verwend zijn…
… met westerse rockbands die zomaar tegenkomen. Dus de sfeer is er dienovereenkomstig. O waanzin.
P: Dan zuigen ze het op. O: Ik kan me alleen herinneren dat Rammstein wat verslag deed van de tour. Een enorm openluchtconcert dus. Er waren dus zoveel mensen. Ik weet niet hoeveel doeken, hoeveel kilometers … O: Ongelofelijk.
A & P: Noodtoestand. 100 miljoen in Moskou. Dat is ziek. In elk geval.
O: Dus dan willen we doven. O: Er hoeft niet veel uit te komen. Dat is maar een klein beetje saus. We willen hier geen liters drinken. En een beetje Radle, dat we hier een beetje lieflijkheid kunnen krijgen. O: Dus, waar zijn we gestopt? Dat betekent dat je in Rusland was en net op het festival en een tour hebt gespeeld? P: Precies. We hebben de Europese tour gedaan. Dat was in december geweest. O: En de volgende tour? Of volgende plaat? A: We zijn gewoon iets aan het plannen. Maar dat is nog niet klaar om te worden beslist. Daarom kan ik er nog niets over zeggen. En doe het rustig aan deze zomer. Natuurlijk spelen we festivals. Tour is ook ongeveer gepland. Maar alles is nog niet klaar. We zijn er zeker nog mee bezig. Wij gaan door. Duidelijk. P: Zoals ik al zei, we zijn een erg toerende band. We spelen dus graag.
We gaan graag op tournee. Daarom zijn we vaak onderweg. Maar ik denk dat we deze zomer een paar geselecteerde festivals gaan doen. En voor de herfst/winter zien we wel wat er gebeurt. O: Ja leuk. Ik kom langs
A&P: Ja. In elk geval. Graag. O: Ik zal dat op de website bekijken. Maar dat moet ik u ook vragen. Vooral met je zangstijl. Heb je je keel op een gegeven moment niet zo dat je er geen geluid meer uit krijgt? Of wat doe je? Venkelhoning of … ? A: Ik heb jarenlang venkelhoning op mijn ruiter gehad. Vooral in de winter als je gewoon ziek bent.
O: Veel zangers hebben dat. A: Dan doe ik dat in de thee.
Maar in wezen is dat onzin. Als je hees bent, ben je hees. Je kunt niets anders doen dan je mond houden. EEN: Gewoon…
O: Je hoeft toch niet te zingen? EEN: Nee, nee. Maar het is goed. Ik ben gezegend dat ik bijna nooit hees ben. O: Geweldige kerel. Kijk hier. 1A werk. Hier ook. Zou je ze willen afspoelen met koud water? O: Nu gaan we hier verder. Terwijl het bier kookt, zou het bijna helemaal verdwenen moeten zijn. En dan kunnen we weer een beetje visvoorraad aanvullen. En in dit geval is het een vissaus. Dus dan hebben we hier… Zo en nu, nu komt de kookfilistijn tevoorschijn. ik zeg het je Nu worden blokjes gesneden. P: En ze moeten nauwkeurig zijn. Ze worden gemeten. O: Precies. Dat had ik tijdens mijn stage. Toen ik dit hoorde, zei de chef-kok die me de bestelling had gegeven… … plaatste twee originele kubussen van exact dezelfde grootte. En hij zei: "Dat is de grootste, dat is de kleinste!" Alsjeblieft.
En een berg wortelen of wat dat ook was.
Een bedankje. O: En het mooiste van alles was dat toen ze klaar waren, hij alles in de bouillon goot. Niet omdat ze dom waren, hij wilde gewoon dat ik oefende. En het was niet druk. Maar daarna kon ik het wel.
P: Dat was in het begin natuurlijk behoorlijk demotiverend. O: Dus hier dit, het is geen wortel die stevig is. Het is al gekookt. Dus dat is niet zo wild. O: Kijk. Dit is de randlengte die we snijden.
P: Oké. O: Laten we hiermee beginnen. O: En om eerlijk te zijn ben ik nu niet meer zo streng als mijn voorman destijds. A: Anders ga je schreeuwen.
O: Ja, precies. O: Ik voelde me zelfs zo. Dat was de generatie waar al veel chefs waren die zeiden: "Je hoeft niet te schreeuwen in de keuken." Dus er was. Gelukkig is dat nu een beetje uitgestorven. Dat is echt een teken van zwakte. Ken jij? Wat moet dat betekenen? A: Ja, dat vraag ik me ook af.
O: Je schreeuwt tegen iedereen.
Je schreeuwt tegen je hele publiek. ben je een zwakke jongen heb je erover nagedacht A: Nu heb je het weggegeven. O: Oké. Dan zijn dit de dobbelstenen. En daaruit…
P: Laten we er een paar doen. O: Precies. En eigenlijk zou je ook moeten snijden. Maar nu hebben we geen bord. Kijk hiernaar. O: Oké, laten we beginnen. O: Zullen we iets wilds proberen? Denk je dat je met minder ruimte rond kunt komen? Als we deze accepteren en naast je leggen bij de aardappelen.
P: Oh ja.
O: We kunnen het uitproberen en kijken of het werkt. O: Twee mensen op één bord. Dat had mijn oude chef nooit mogen weten. Hij zou links en rechts zijn geweest. O: Maar kijk. Hier is het bier te gaar. Nu hebben we er alleen de smaak nog in. O: Een beetje visbouillon. O: We zullen koken dat omhoog. O: En dan komt er een slok room in. Het is heel, heel simpel.
Dat is echt zo'n aanpak, je kunt alle fondsen gebruiken … … maak je basissaus, basissoep, zo'n basis. Precies. En neem rode biet en maak er bietenroomsoep van. Alles werkt. Bijvoorbeeld van de secties. O: Pas dus op. Nu. Dat is ook een gaaf mes. En je moet ze eigenlijk precies even groot knippen. Wacht even. O: Als je nu linkshandig bent, is dat prima. Dan is je mes hier en het jouwe is hier. Geweldig. Dus ik zal dat kort uitknippen. We koken dit daarna wel ergens anders. O: We willen goed koken, we willen laten zien… Inspraak. Ik herinner me net. U kent mijn collega Andi Schweiger, nietwaar? P: Andi Schweiger. Ja. we kennen hem heel, heel goed. O gaaf. Hoe ken je hem eigenlijk? werkte. Dat weet ik, dat heeft hij me ooit verteld. Hij werkte vroeger voor professionele koks. P: Precies. Juist. Ik ontmoette hem via een gemeenschappelijke vriend die sommelier is. P: Ik maakte vroeger muziek met hem en hij houdt ook van koken. En dat is ongeveer zijn baan als sommelier en toen hij in de verkoop werkte voor een wijnhandelaar, kwam hij in contact met Andy.
Ook in München. In Andi's restaurant "Schweiger2". Toen hebben we op een gegeven moment een afspraak gemaakt om 's avonds privé te koken en Andi was er ook. O: Dat betekent dat je ook echt van koken houdt, nietwaar?
P: Ja. Dus ik eet liever dan dat ik kook. EEN: Ja. veel dingen.
P: Maar ik hou van koken. In elk geval. O: Oké. Even kijken. Dat zou de brander zijn als je het zo zou doen en nu zal ik het precies zo zeggen.
Twee vrijwel dezelfde. Maar het helpt echt als je ze altijd in gedachten hebt. Dat zie je altijd Dat doe ik ook wel eens, als het precies moet. O: Misschien kun je met elkaar overweg op het bord.
A: Ja, we zullen zien. O: Dat is nu ook gekookt. Dan kunnen we het bord weghalen. We kunnen nu ook de slagroom erin slaan. pure room. En laten we er nu wat saffraan in doen. En laten we er nu wat saffraan in doen. Eigenlijk is het lekkerder als je de saffraandraadjes hebt. Dit is in poedervorm. Maar het fijne van poeder is dat het veel sneller intrekt. Het geeft zo'n geweldige kleur en saffraan is ook erg lekker. O: Dat is duurder dan goud. Dus bij de rechtbank, denk ik. O: Daar is Franck Ribéry, die had saffraan op zijn steak moeten hebben.
P: Beter dat dan zijn stomme goud.
O: Ja, dat was nog duurder geweest. P: Ja, laten we eens kijken wat de vriendin de volgende keer zegt, volgende kerst. Als er een saffraan collier is of een ring met saffraan.
O ja. Maar serieus. Dat klopt, wat was dat eigenlijk?
P: Ik heb geen idee. Geen idee. P: Als je niet meer weet wat je met de kolen moet doen.
O: Moet ik zelf weten. P: Dan doe je gewoon zoiets. O: Zet het daar allemaal in. Is dat 0,01 gram? Voor zover je er maar heel weinig van nodig hebt, is het natuurlijk ook betaalbaar. Bij wijze van spreken. EEN: Ja.
O: We hoeven er geen saffraanrepen in te doen en ze op te lossen. O: Natuurlijk is een beetje zout nodig. O: Ik hou ook altijd van peper.
A: Pepper moet erin! O: Ik heb altijd geleerd in lichte sauzen, dus dat heb ik geleerd tijdens mijn stage: Doe nooit zwarte peper in lichte sauzen, want dan krijg je zwarte puntjes. O: Ik doe er zwarte peper in omdat ik dat veel lekkerder vind. De witte peper is ook gewoon zwarte peper die is behandeld met wat spul om de zwarte eraf te krijgen.
Dat je alleen de witte kern hebt.
A: Is dat zo? O: Ja ja. Ik vind het niet eens leuk. Ik denk – vooral als je dat witte peperpoeder ruikt – dat ruikt een beetje naar schuur. Daar ben ik het mee eens. Een schuur?
O: Ja, daar moet je op letten. P: Stabiel? Echt? Ik heb het nog niet gemerkt. O: En deze zwarte peper heeft op de een of andere manier een heter aroma. Daarom vind ik dat er punten in moeten zitten. Ik wed dat je ze aan het einde niet eens ziet. A: Het kan ons niet schelen. O: Ik haal de pot zodat we meteen kunnen beginnen, want ik denk dat dat genoeg is voor ons drieën. Of? O: Anders maken we het bier niet.
EEN: Ik denk het wel. Ja. O: En zet nu de kachel hier beneden aan.
A: Op de juiste knoppen drukken. O ja. Ik doe het om zeven uur. Op zeven. O: Eigenlijk is het een soort risotto. Alleen niet met rijst, maar met aardappelen. Het zou dus eigenlijk "Kartoffelotto" moeten heten. "Aardappel-Beetroototto" of "Rotto" of wat je maar wilt.
O: Ik doe eigenlijk bijna precies hetzelfde, dat ik een beetje olie neem. Zweet uien erin. We hakken alle uien erin. Uien zijn heerlijk. En ze zouden eigenlijk maar een beetje kleurloos moeten zweten. We hebben hier een teentje knoflook. Ik druk ze onder druk en gooi ze hier in. Als we het er daarna weer uithalen en omdat het ingedrukt is, het aroma gaat van de knoflook naar de ui. A: Schreeuw niet tegen me.
Oh sorry. Oh, hij is gevoelig, meneer. O: Meneer Andy is gevoelig. Schreeuwt tegen zijn publiek en hier huilt hij. P: Ik heb hier een beetje…
A: Daar kom je nu niet meer vanaf. P: Je kunt tenminste zien dat ik net iets heb bereikt. O: Hebben we dat nog…?
A: Ik heb de freesmachine. O: Kunnen we dat echt steken? Of? Dan heb je voor altijd Red Bette Fingers.
P: Ja, dat weet ik niet.
O: Niet zo aardig? P: Ik denk dat ik het laat. Hoewel het een leuke herinnering zou zijn. O: Of?
P: Dan kan ik de video ook bekijken. O: Precies. En de herinnering blijft bij ons. Het zal nooit verdwijnen. O: Kan iemand hier de boel een beetje opschudden? Patrick! O: Oké, pas op. Dan gaan we mixen. Je zou nu zo fijn mogelijk kunnen mixen met de staafmixer. Misschien een beetje schuin houden, anders spat alles hier in het rond. P: Doe je dat hier eigenlijk? Mag dat of is het verboden in de keuken? O: Wat je niet mag doen is met het mes. zo doe je dat Maar er gebeurt niets met de houten lepel. Als dat een porseleinen lepel was die filigraan is, zou het maf zijn. Maar zo doe je het toch een beetje. P: Mag dat? Dan kun je het altijd doorgeven.
O: Koken is anarchie. Je kunt doen wat je wilt als het resultaat goed is. O: Zullen we dit hier dumpen? Je kunt de hengel er ook in doen. EEN: Hier?
O. In de zeef. Precies. O: Dan kun je dat mixen. Praktisch. Of?
EEN: Ja. O: Dus en nu hebben we hier een troffeltje waarmee je er stevig in kunt knijpen. O: Gaat het?
P: Gaat prima. Ik zit nu echt in de "Omm". O: We doen er een beetje zout in.
P: In de "Omm"? O: "Omm". O: Nu maak ik een scheutje groentebouillon. Nu kun je dat er weer in roeren. Bij de risotto moet je dus steeds vaker groentebouillon bijvullen. Maar risotto is ook droog, wat betekent dat er geen vloeistof in zit. En aardappelen bestaan voor meer dan 90 procent uit water. Je hebt er nu dus niet zo veel van nodig. O: Nu kunnen we het proberen. Laten we eens kijken hoe het smaakt. Misschien doen we er nog een scheutje citroen bij. Misschien een snufje suiker of shandy. O: vind je het ook leuk?
EEN: Ja.
O: Misschien zelfs nog een My Salz, toch?
A: Naar mijn smaak ja. O ja. Ook voor de mijne. Wil jij het ook proberen?
P: graag. O: Als we het er nu allemaal over eens zijn dat er een beetje zout bij moet. De fijne meneer. P: Ja. Zou eigenlijk een beetje voor mij kunnen zijn.
O goed. P: Ik ben sowieso een Würzi. A: Hoe heet hij ook alweer?
O: Ik weet het niet. O: Je hoeft niet alles leuk te vinden. Iedereen kan doen wat hij wil, zolang hij niemand anders kwetst. Maar niemand hoeft alles leuk te vinden. O: We moeten nu blijven roeren. In de tussentijd kun je proberen of ze gaar zijn. O: Dan laat je het me weten. Dan kunnen we de rode biet toevoegen. O: Ik zou zeggen dat we ons dan voorbereiden om de vis te bakken. O: wat denk je? Doe je dat in een hete pan of een koude pan? Met welke kant zou jij het in de pan doen? A & P: Hete pan.
Antwoord: Op de huid. O: Ik doe het in de koude pan, maar ook op de huid.
Dan braadt het heel langzaam op. En dan heeft het vel echt genoeg tijd om krokant te worden terwijl het vlees langzaam doorkookt. En je kunt ook vanaf de zijkant zien als het glazig is. Dat betekent dat je het er op tijd uit kunt halen. O: We zullen later wat aromaten toevoegen. Een beetje rozemarijn, tijm, knoflook. En daarna, helemaal op het einde, nog wat boter. Waarmee we dan… Dat heet ontwaken. Ik weet ook niet waarom. Zo heet het. A: Arosia. Aroma.
O: Ja, ik begrijp het niet. Maar wat maakt het uit. O: En de gesmolten boter, die giet je altijd met lepeltjes over de vis.
Dus dat kookt weer een beetje.
A: Ah, oké. O: En dan hebben we de straight to the point. Maar dat zou tegen die tijd moeten gebeuren. Dus wacht even. Maar nu kunnen we… Dus dat vind ik altijd heel handig. Dan ziet het er wat lomp uit. Snijd het zo een paar keer in. Precies. En dat kon ook met mijn superscherpe messen. Dat vind ik ook geweldig.
Ik heb dit bij de apotheek gekocht. Dit is een kleine scalpel. A: Ik had vroeger precies hetzelfde. Waarom?
Ik weet het niet. Wat heb je gedaan? O: Was je ooit een hobbydokter of een hobbychirurg of zoiets? A: Ja, van de printer. Ik heb printers geleerd.
O: Ah oké. Misschien gebruikten ze het daar ook. Om te snijden en dat soort dingen. O: Zou je dat willen doen? Snijd gewoon de huid. Niet te diep in het vlees. Over die afstand. Dan hebben we een rasterpatroon of strepen. O: Dat ziet er goed uit.
P: Ja. Dat maakt een goede indruk. O: Misschien doen we er een klein slokje bouillon in, toch? P: Ja. Dat zou ik ook zeggen.
O: Roer het dan op. O: Nou, ik denk niet dat we veel langer nodig hebben. Maar we kunnen de knoflook eruit halen. Voordat iemand er later op bijt.
Muhahaa. Dat is moeilijk. O: Dank je.
P: Alsjeblieft. O goed? Het gaat langzaam de goede kant op, nietwaar?
P: Gaat de goede kant op. O: Ik leg er toch wat voorraad in en dan kunnen we eigenlijk… Het is bijna klaar, toch?
P: Ja ja. Het heeft nog steeds dat beetje pit. O: Precies. Dan roeren we nog drie keer en dan voegen we de rode biet toe. We moeten er alleen voor zorgen dat we hetzelfde bedrag nemen. Misschien is wat ik je laat knippen toch een beetje veel. Maar dat kan nu tenminste.
P: Ja. Precies. O: Waarom zou jij het beter doen dan ik in de leertijd?
P: In godsnaam! P: Ik ben ook geïnteresseerd in wat voor zware school je hebt doorgemaakt. O: Dan zou ik zeggen dat we de vis nu kunnen bouwen.
O: De pan is koud. Kijk, we hebben hier zo'n mooie fleur de sel. Ken jij Fleur de Sel? EEN: Ja.
O: Dat wordt afgeroomd. Op Sardinië droogt dit op het wateroppervlak en wordt het afgeroomd. En het heeft zo'n hele fijne structuur en chique mineralen. Ik weet niet waarom het fleur de sel heet. Ik zie daar geen bloemmotieven in. Daarom heet het eigenlijk zo. P: Misschien heeft het een patroon als je de capsule tegen het licht houdt. O: Of iemand rookte teveel wiet en vond het toen uit.
P: Dat kan ook goed zijn. O: Het zal waarschijnlijk zoiets zijn. O: En dan: olie! Daar kun je blijven roeren.
Je weet wel. Risotto. Dus aardappel otto. O: Een beetje olijfolie. heb je er zout op?
EEN: Nee. Oh ja. Oh nee. Dat is precies hoe het eruit zag.
EEN: Ja. Er is nog niets. O: Je weet wel, een beetje aan de huidkant. O: Perfect. Is dat al warm? A: In de koude pan.
O ja. In de koude pan. O: Nog één ding. O: Weet je wat? Waarom doe je niet alle bieten erin?
P: Ja. Het is gesneden. Het is jammer. O: Precies. Bovendien is rode biet heerlijk. O: Nu gaat dit op het fornuis. Dus laten we nummer 7 nemen. O: En dat is wat we nu moeten doen… leg die daar neer. Ben er net. Ik zal dat later opruimen.
O: Hier is wat meer zout. O: Die aan de zijkant kunnen we in principe ook peperen. Wat ik niet graag doe, is peperen aan de zijkant, die later in contact komt met contactwarmte. A: Dat brandt uit, nietwaar?
O: Nou, het kan verbranden en bitter worden. Aan de andere kant worden ook andere kruiden geroosterd. Als het niet brandt, is het goed. Maar dat is prima. En nu moeten we het alleen nog maar in de gaten houden. Dit zal uiteindelijk beginnen te sissen. Dat krijgen we op tijd klaar. Oeps.
A: Iets groens.
O: Precies. Tijm. We zetten het er gewoon in en we zetten het er gewoon in. Rozemarijn. En het teentje knoflook, dat weet je al met de docking.
EEN: Ja. O: Maar daar wachten we nog op.
A: Totdat het sist? O: Ja, totdat het relatief dicht bij voltooiing is. Precies. boter erbij. Ziet er geweldig uit. P: Mooie kleur toch?
O ja. Daar ben ik het mee eens. Bovenal gaat ze zo langzaam over. We hebben de donkerrode en de iets lichtere rode van de aardappelen. O: Na afloop komt er een shot slagroom bij.
Dan gaat het zo. Oh man! wat we kunnen. O: Nu wil ik meer over jou weten. We horen elkaar niet zo vaak en zijn altijd onderweg. Misschien kruisen we elkaar ooit. Ben je ooit op een festival geweest waar we kookten? A & P: Waarschijnlijk wel. Dat kan goed zijn.
P: Ons boekingskantoor is ook gevestigd in Hamburg. Hierdoor. koningsster
O: Oh Timo. P: Timo. Precies.
O: Ja, natuurlijk. P: Ken je de vleeskuikens?
O: De vleeskuikens. Ja natuurlijk. P: De vleeskuikens zijn ook vrienden van ons.
O: Oké. P: Je was al met ze onderweg.
O: Precies. Ze zouden je mee moeten nemen. A&P: Ja. De vleeskuikens.
O: We kunnen dan vooral één kok minder meenemen. O: Je bent nu getraind.
P: Precies. O: Ja, de wereld is klein.
P: De wereld is klein. O: De rock 'n' roll in ieder geval.
P: Ja. Dat is zeker geweldig. P: Het is altijd gek. Vooral de zomerfestivals. Natuurlijk zijn ze altijd spannend om te spelen, want we zijn al 20 jaar onderweg.
En we leerden God en de wereld kennen.
O: 20 jaar bestaan jullie? A&P: Ja. sinds 97
O: Mijn cateringbedrijf en ik zijn al 93 jaar onderweg. We bestaan al 25 of 26 jaar. Maar de tijd vliegt. A&P: Ja. In elk geval.
O: Ik denk dat we er nog steeds goed uitzien, nietwaar? P: Ja. Ik zeg altijd: alcohol spaart.
O: Precies. Over dat gesproken. Voor het voordeel. O: Het komt langzaam op gang. Eerste drankje. Je moet prioriteiten stellen.
P: Ja, en vissen moeten ook zwemmen. O: Dat is precies waar ik op heb gewacht.
Maar geen angst. Ik vraag je niet waarom je Caliban heet en niet Taliban of zoiets. Dat heb je vast al 1000 keer gehoord, toch?
P: Dat hebben we al 100.000 keer gehoord in de VS. Dat was natuurlijk altijd een probleem.
O: En dan de baarden. Een kleine tulband op. Antwoord: Allaah. Ja / Ja. Dat hebben we best vaak gehad. P: Maar ondertussen ben ik er eigenlijk wel aan gewend geraakt, als mensen niet precies weten… Caliban. Caliban. Dan zeg ik altijd alleen met C vanwege de Taliban. O ja.
P: Je raakt er ineens aan gewend om dat te communiceren. NL: Ik heb het een keer gelezen. Maar hoe is je naam ontstaan? Dat is zeker niet omdat je de Taliban met een C wilde worden genoemd, maar dat moet een reden hebben, toch? P: Ja.
A: Shakespeare is dat. Oh oke.
P: Dat is een demon. O: Shakespear.
P: Precies. O: Dat is de jongen hier, nietwaar?
EEN: Ja. Bijna. Niet van dit spel, maar van deze jongeman. O: Skrei of niet Skrei. Dat is de vraag. A: Van "The Tempest" komt de Caliban.
O: Oké.
A: Onze toenmalige gitarist, die niet meer in de band zit, las Shakespeare's. De karakterbeschrijving van Caliban. Eigenlijk is hij een slaaf, maar ook een onstuitbaar beest. Wild en destructief. En dat vonden wij goed. Waarom zouden we geen naam voor een band hebben? O: Oké. Maar je maakt al brute muziek en dan past dat gewoon. Begrepen. A: Daar komt het vandaan. NL: Ze zien er geweldig uit. Laten we proeven hoe het smaakt. O: Weet je wat? Ik doe er een klein beetje azijn in. Een beetje azijn past goed bij rode biet. We doen er een klein beetje frambozenazijn in. Dan roer je het nog een keer en dan moeten we maar zien of we het nog een keer moeten kruiden. Ik denk dat er nog wat zout bij moet en een beetje peper en dan gaan we proeven. Hoe is dat.
P: Ja. A: Dat ziet er goed uit.
P: Ziet er zeker goed uit.
O: We kunnen bedriegen hoe het er nu beneden uitziet. Kijk. Dat gaat nog even duren. Dat betekent dat het een stuk krokanter kan. Maar het is nog lang niet gaar. Hierdoor. Het hoeft dus niet helemaal door te koken. Zo'n mooie vis moet glazig zijn en het gekke is, alle koks… dus dat kun je Andi ook vragen – dat is wat alle chef-koks zeggen: een vis moet doorschijnend zijn. Maar de meeste mensen, in mijn ervaring, willen er graag doorheen komen. Ze walgen als het glazig is.
A: Maar dan is het toch een stuk droger? O ja. Maar als het doorschijnend is, is het eiwit in de vis veel beter verteerbaar voor het menselijk lichaam. Dus als het eenmaal gaar is, is het qua voedingswaarde niet meer zo waardevol. P: Ja. OK. O: Dan zullen we zien. Dus ik zou zeggen dat we proberen het te bakken tot het doorschijnend is. En laten we nu nog eens kijken.
Hij heeft wat meer nodig. Antwoord: Een beetje meer.
O: En dan kunnen we er gelijk wat boter in doen. O: O. Heb je het geproefd?
P: Ja, ik heb het geproefd. Zoals ik al zei, ik ben een Würzi. Ik zou naar mijn smaak wat meer zout en peper kunnen gebruiken. O: Oké. Hier peper. Ik zal zout toevoegen als je het niet erg vindt. P: Nee.
O: zo? Of heb je meer nodig? P: Geweldig.
Oh geweldig? OK. Ja, men weet het niet. P: Je hebt er oog voor. Dat is goed.
A: Dat heb je eerder gedaan, nietwaar? O: Hoe eet je eigenlijk tijdens de tour? Heb je soms catering bij je? EEN: Nee. Altijd catering op locatie. Er zijn nu zoveel goede. O: Er zijn echt goede. Daar ben ik het mee eens. Vroeger was er altijd dat vooroordeel. Dat je dit broodje met de mortadella plak altijd hebt bij de plaatselijke horeca. De dikke kaas besmeurd. eh P: Helemaal niet. Het hele bewustzijn van eten is onder de mensen een beetje geherstructureerd. En daar mag ik niet over klagen. Dat is zeer goed. O: Ik weet nog dat we 25 jaar geleden begonnen.
We zijn begonnen zoals we die kenden uit de keuken. Dat betekent dat we eten op borden hebben gezet en uitgeserveerd. Zo kenden we het. Dat was tot nu toe volkomen ongebruikelijk op tournee. Je had de chafing dish met het eten erin. Dat gaan we ook tijdens de lunch doen. Omdat je niet zo veel kunt. Maar verder hebben we 's avonds onze borden, die zetten we op – het is altijd zo'n showbord – en dan kunnen mensen komen en zeggen: "Ik zou graag dat of dat willen." En dan koken we het vers voor ze.
Dus we hebben het klaargemaakt en dan koken we het. O: Dat is bijvoorbeeld een klassiek gerecht dat we tijdens de tour zouden kunnen serveren. P: Ben je zelf nog aan het touren of heb je het te druk om de tours zelf te regelen? O: Dat hebben we ondertussen, dat we vaak twee tours tegelijk doen. Binnenkort gaat het dus van start met twee bands. En dan spring ik heen en weer en doe de administratie. Maar als we echt grote producties hebben, zoals voor Toten Hosen. Daar koken we, en dat zijn echt megaproducties. Ik doe mee. Dus ik denk dat we met acht of negen koks zijn, soms met tien. O: Helaas sta ik daar eigenlijk niet bij het fornuis. Ik ben verantwoordelijk voor de logistiek. Wat moet je daar kopen. Dit zijn gewoon…
P: Oké. Hoeveel mensen werken daar? 100 mensen? O: Veel meer.
P: Veel meer? O: Veel meer! Dus 100 mensen, zelfs op de opbouwdagen waren het er geloof ik 180, 160, 180. En als je dan maar een paar gasten hebt die de broek bij zich hadden, dan kom je op ruim 200.
Op de heiligdomsdagen. Dat is geweldig. Drie openingsacts.
P: Gek, gek. In elk geval. O: Nu hebben we hier… dit begint de goede kant op te gaan. Dat kunnen we afwijzen. A: Draai het zachter en doe er boter op, toch?
O ja. Laten we er nu wat boter in doen. A: Een mooie smaakversterker toch?
O ja. Boter is echte smaak. O: Weet je dat? Paul Bocuse werd ooit door iemand gevraagd: 'Meneer Bocuse, waarmee kan ik boter vervangen?' En toen zei hij: "Meer boter!" O: En hij heeft gelijk!
P: Heel goed. O: En nu het ontstaan. Het werkt als volgt: dat betekent dat we de hete boter nu hier gaan gieten. Dan krijgen we bovenaan nog een mooi kookpunt. O: Dus en nu maar de hete boter hier overheen doen. Zou jij dat ook willen doen? OK. O: Je bent meer een roerder, nietwaar?
P: Ik ben meer een roerder.
Het is in orde. O: Vertel me, weet je wat altijd een mysterie voor me is? Bijvoorbeeld teksten schrijven of muziek maken. En hoe kom je op ideeën voor liedjes? Dit is voor mij een rode lap. Ik probeerde teksten te schrijven of een liedje te bedenken. Geen kans. Hoe werkt het? Hoe doe je dit? P: Andi is min of meer verantwoordelijk voor de teksten in het hoofdgerecht. Tenminste als het om brainstormen gaat. De muziek wordt voornamelijk gemaakt door onze gitarist, Mark. Hij heeft een kleine studio aan huis en zodra hij ideeën heeft begint hij er altijd een beetje mee. Nou, we doen het niet zo traditioneel als misschien 20 jaar geleden. A: We doen niet meer aan repetities en jammen. Het is meer alsof je aan het werk bent. O: Iedereen heeft een idee en het komt naar boven.
A: Zoals ik al zei, Marc is meer het muzikale ding. A: Ik ben de lyrische.
P: En ik ben de beheerder. O: De bieder.
A: We werken samen met de producenten.
O: Dat betekent dat een van jullie een tekst- of muziekidee heeft en de ander past zich daaraan aan. En er een tekst op schrijven? Past het bij elkaar of hoe bouw je het op? A: Bij ons komt de muziek meestal op de eerste plaats, het muzikale element. Dan luister ik ernaar en raak ik een beetje betrokken bij wat er thematisch zou kunnen gebeuren. Is dat een duister liedje? Ik kan geen vlinders laten vliegen. O: Precies. Maar er zijn ook veel mensen die jouw muziek helemaal niet kennen.
Ze weten niet dat BÖÖÖH! Dat is niet mogelijk. Is dat correct? Heb ik het goed gedaan? EEN: Ja. Goed. Dat was oké.
P: deed me eraan denken. O: Maar zing je echt over liefde en de pijn van scheiding? A&P: Ja. Eigenlijk.
O: Of zing je over politieke kwesties? A: Er komt veel liefdesverdriet bij kijken.
O: Oké. Dat werkt met de … ? A: Ja ja. Natuurlijk werkt het, we hebben ook emotionele liedjes. Er wordt ook geschreeuwd. Maar nog steeds. Qua onderwerp en muziek is het ook relatief emotioneel. Daar kun je iets schrijven. In elk geval. We zijn geen politieke band. We zijn nog nooit geweest. Natuurlijk zijn er ook maatschappijkritische teksten, maar niet heel specifiek. Oekraïne of zoiets. Jullie zijn geen politieke metalband of zoiets?
A&P: Nee. Nee P: Ik heb geen idee. We zijn gewoon… duidelijk gepositioneerd tegen rechts en dat soort dingen.
Maar dat predik ik niet noodzakelijkerwijs. O: Het spreekt voor zich, nietwaar? P: Precies. Ik hoef dat niet de hele tijd te laten rondhangen. Dat is gewoon een no-go. O: Soms denk ik dat je het moet zeggen. Vooral de laatste tijd. P: Maar we hebben nu.
O ja. Dat hebben we nu. Klas. P: Als dat zo is, dan wordt dat ook besproken. O: Dat is hier eigenlijk niet het onderwerp. Hier is het thema lekker eten. En nu kunnen we dienen. A: Bij ons is het niet anders. Ik kon geen gerechten bedenken zoals jij, of wel? O: Dat is inderdaad het geval. Als iemand tegen mij zegt: "Maak een gerecht, het maakt niet uit wat je gebruikt, of het nou streekgebonden is of doe maar wat". Dan zit ik daar ook en ik kan helemaal niets bedenken. Maar als ik een onderwerp heb en iemand zegt: "Let op. Doe iets, er moet zeker wat rundvlees bij. Gestoofd het lekkerst." En verwerk dan deze en de groenten. Dan heb je misschien een ander probleem.
Dus soms doe ik het graag op zo'n manier dat ik op de een of andere manier referenties bedenk. Of het nu politiek is of gewoon grappig. Ik heb bijvoorbeeld eens een "Corn at Beef" gedaan. En het was gewoon een stuk ossenhaas met een korstje cornflakes. Dus "maïs bij rundvlees". Dat is waar ik met dat soort woordspelingen speel. Het is voor mij echter altijd belangrijk dat het eten eerst lekker is. En dan kan er ook een grappige woordspeling zijn. Niet andersom. En dat komt op de een of andere manier op het moment dat je beperkt bent. Het moment dat ik me op een paar dingen concentreer en daar iets van opbouw. En dan komt er wel wat van. Maar nog steeds. Het is misschien vergelijkbaar. A: Je moet iets durven doen.
O ja. Dit is misschien vergelijkbaar met muziek.
Maar aan de andere kant kon ik dat niet. Maak muziek. maak een liedje A: Nou, muzikaal denk ik ook niet dat ik dat zou kunnen. P: Daar gaat het om. Daarom ben je geen muzikant, maar een kok. En we zijn geen koks, we zijn muzikanten, want iedereen heeft zijn eigen focus die goed werkt. O: We kunnen deze hier aanzetten. Misschien kun je met de saus oppassen dat hij niet te gaar wordt. Dat we ze weer warm hebben. O: Hier hebben we… Heb je het allemaal geproefd? Ik vertrouw op jou.
P: Ja. Ik merk dat dat heel goed werkt.
O: Geweldig. O: Laten we dan serveren, toch? O: Dit zijn de kuddes die hier soms een beetje zoemen. O: Als ik nu nog een slokje koude melk mag. Misschien hier ergens. Melk? Nee Dit is crème.
O: Nee, dat is crème. Dat moet nog heet zijn. O: Ik had het ergens. Kijk, ik heb hier nog wat groen spul. P: Dille! O: Ik vind dille ouderwets, maar dille gaat heel goed samen met vis. O: Zo passen liefdesliedjes bij death metal. P: We lachen ons altijd kapot om dille, want, zoals ik al zei, Rusland, het maakt niet uit wat je daar eet… O: Dille overal, toch?
P: Maar alarm! A: Zelfs met tomatenmozzarella.
P: Het is altijd een dille-inferno. ongeacht wat je krijgt A: In plaats van oregano op de pizza, zit er dille op. En tomatenmozzarella niet met basilicum maar met dille. O: Maar zo is het bijvoorbeeld in het Koreaans.
Er zitten zoveel kruiden in. En bij de Aziatische kruiden zit vaak dille en dat gaat heel goed. En dan heeft het helemaal niet meer dat dillesauskarakter om te vissen. O: Eens kijken of ik melk heb. O: Dat gaan we zeker doen. Ik meng er een paar klontjes boter door. Omdat we van meneer Bocuse hebben geleerd.
A&P: Juist. Ja. O: Dat moeten we ter harte nemen. O: Kun je me een klein slokje van de melk geven? Melk bevat lecithine en lecithine helpt het te schuimen. Het schuim wordt gevormd. Dan hoef je alleen nog maar het schuim van de saus af te scheppen en het ziet er opzichtig uit. Zo werd het in de jaren 90 altijd gedaan. A: Dat ziet er geleerd uit. O: Zodat het er leuk uitziet – er zijn veel mensen die kijken – laten we er niet te veel aan doen. Dat vind ik altijd jammer. Doe je er veel saus op, dan ziet het bord er niet mooi meer uit. Maar dat is een stuk lekkerder.
A: Ik verdrink mijn eten ook altijd in saus. P: Dan zetten we er een bakje saus bij, waarmee we het dan verdrinken.
O: Je knipt hier zulke mooie dingen. Daarom kun je de dille er gewoon in hangen. P: Klasse.
A: Een gedicht. A: Misschien zal ik er een liedje over schrijven?
O ja. Precies. Rode biet Skrei. P: Tokio Hotel heeft al een nummer gemaakt. skrei O: Ja man.
P: Ja leuk. Ziet er geweldig uit. Ik kijk er naar uit. O ja. Dat zou ik ook zeggen. Dan kunnen we onze borden weer schikken. We hebben nog twee porties. A&P: Ja. Wij doen het zo.
O: Perfect. Eerst weer toasten. A&P: Precies. Goed idee. O: Dat was helemaal geweldig en ik zou blij zijn als het niet de laatste keer was. P: Daar zou ik ook heel blij mee zijn.
A: Ja cool. O: Daar ben ik blij mee.
Allemaal: Proost!.