"Gratis meegekregen!" "We zijn in het Heidi dorp." "Een weg zo boven u, dat echt 30 meter boven was." "Waarom liggen hier 2 bordjes op de grond?", "Huh, wat?" Ons avontuur begon op 13 augustus nadat
we 's nachts de Flixbus hadden genomen naar Strasbourg. Hier zijn we
dan de volledige dag gebleven en hebben op onze fietsen rustig de
middeleeuws aanvoelende stad verkend. Nadat we één nacht je in een goedkoop hotelletje
hadden geslapen, gingen we beginnen aan onze eerste fietstocht richting de grens van Frankrijk
met Zwitserland. "En nu gaan we vertrekken naar Bantzenheim ofzoiets." De route liep voor die
dag langs 2 kanalen die bijna evenwijdig lopen met de Rijn. Onderweg konden we in de verte
zowel de Vogezen als het Zwarte woud zien. Uiteindelijk hebben de eerste fietsdag 138
kilometer afgelegd, wat een stuk meer is dan we hadden gepland. Maar, waardoor we wel al zo goed
als in zwitserland aangekomen waren. "We zijn nu aangekomen in Rosenau, dat is vlakbij Bazel, en we
hebben net gevraagd of we in een huis mogen in de tuin slapen met een tent.
En ze wacht op haar man,
die hopelijk ja zegt en niet een norse man is ofzo (mocht uiteindelijk)." "En we zijn aangekomen aan
de Drie-Landen-Brug." De volgende dag kwamen we al redelijk snel aan aan de grens van Zwitserland,
Frankrijk en Duitsland. En om in de Zwitserse stad Bazel te komen moesten we eerst nog door Duitsland
langs de symbolische 'Dreiländerbrücke'. "Avec la France, le Germa… l'Allemagne, ik
zeg altijd 'Germany' maar, et la Suisse." Nadat we de grens hadden overgestoken
ging onze reis pas echt beginnen. Maar eerst gingen we de binnenstad van
Bazel nog een kort bezoekje geven. "Het ziet er best wel cool uit eigenlijk!" "Nous voulons un 'SIM-carte', mais c'est
pas possible." We hadden voorzien dat we een simkaart konden kopen in Bazel, om
hoge roamingkosten te voorkomen.
Maar, ter plekke bleek dat we daarvoor meerderjarig
moesten zijn, wat we toen dus nog niet waren. Dus zijn we gewoon verder gereden langs de
voorziene route, en toen we in het pittoreske Rheinfelden aankwamen zag Lorris dat onze
nieuwe beste vriendin ons al stond op te wachten aan de kant van de weg. "We hebben een
nieuwe machine, gratis meegekregen. Kill me, please. Voilà!" Later hebben we onze
nieuwe fietskar nog de naam Betty gegeven. Enkele uren later kwamen we een verlaten
trein tegen, en daar waar we toch ook even op klimmen. "We waren aan het fietsen en wij
hebben een verlaten trein gevonden." Tot slot sloten we onze tweede dag fietsen af met een fris
biertje in de achtertuin van een vriendelijke Zwitserse vrouw. "We hebben een vriendelijke
vrouw, en we hebben biertjes gekregen." Omdat het de dag erna zondag was, en wij
niet op voorhand inkopen hadden gedaan, begon de dag met het zoeken naar een winkel
die open was. Nadat we een duur tankstation winkeltje hadden gevonden kwamen we al snel bij
de eerste echte bergop van zo'n 100 meter.
Maar, deze niet al te hoge klim werd al snel beloond
met een prachtig uitzicht op de grootste, en waarschijnlijk ook de meest toeristische,
waterval van Europa: de Rheinfall. Hierna zijn we nog 4 kilometer verder gereden
naar de stad Schaffhausen, die we maar heel erg kort hebben bezocht zodat we nog zo ver mogelijk
konden doorfietsen om vroeger bij de Alpen en de echte schoonheid van Zwitserland aan te komen.
En zo kwamen we in de vroege namiddag al aan in de redelijk gekende Duitse stad Konstanz, die
gelegen is aan de Bodensee.
"Wij zijn nu aan de grens met Duitsland. En daar is Duitsland,
en daar is Zwitserland, en we gaan nu naar Konstanz." Wanneer we voorbij de stad waren, en
langs de Bodensee fietsten, konden we in de verte de Alpen al zien staan. Die avond sliepen we in
Egnach bij een enorm vriendelijk bejaard koppel, waarvan de kleinkinderen even langs zijn gekomen,
we enorm veel drinken hebben gekregen, en tot slot zelfs de volgende ochtend nog ontbijt hebben
gekregen. "Euhm, alcohol-free drinken." "Grucci, wir sind aangekommen in Österreich." De volgende
ochtend zijn we pas redelijk laat vertrokken door het ontbijt dat ons was aangeboden. Maar, we
kwamen al redelijk snel aan in Oostenrijk. Daar hebben goedkoper inkopen gedaan en omdat het weer
tegen dan aanzienlijk verbeterd was, hebben we besloten om in Oostenrijk toch even van het water
van de Bodensee te genieten.
"En we zitten nu in de Bodensee. Ja in de Bodensee, lekker warm."
Nadien hebben we de Rijn verder gevolgd en werd het landschap alsmaar epischer en epischer. Nu
waren we dan ook echt in een vallei in de Alpen aan het fietsen, en voor die magnifieke Alpen
hadden wij dan ook specifiek voor Zwitserland als reisbestemming gekozen. "En toen hebben we een
stofzuiger gezien." Na wat kinderlijk gespeel met een gevonden stofzuiger, kwamen we uiteindelijk
aan in het belastingparadijs van de Alpen: Liechtenstein. Daar hebben we in de hoofdstad
Vaduz overnacht in de tuin, van een villa, van een rijke Duitser. Lorris heeft ter
plekke een nieuw vriendinnetje gemaakt, de dochter van onze gastheer. "Ah Mickey
Mouse ja. Meeska mooska, Mickey Mouse!" De dag nadien, 18 augustus, was een soort van
rustdag en we moesten dus niet al te veel fietsen. Daardoor hadden we het gevoel dat we
veel tijd hadden, en daarom hebben we dan ook in de voormiddag rustig onze tijd genomen om te eten,
heel traag te fietsen en dom onze tijd te verdoen.

Onderweg zijn we in Liechtenstein wel nog een
mooi kasteel tegengekomen. Iets later bleek dat we van de route waren afgeweken en daardoor hebben we onnodig een klim met 200 hoogtemeters gedaan, maar door die fout waren we wel plots heel
dichtbij het Heidi dorp. "Wir sind in Heididorf." En door ons getreuzel in het begin van de dag,
hebben we in de namiddag nog goed moeten doorfietsen om tot in Chur te raken. "Hebben we zien in
Andermatt vandaag?" "Jaa!" "De etappe met 2000 hoogtemeters." "Jaa!" En toen kwam de rit waarvoor
we al de hele week vreesden, op 19 augustus gingen we dus van Chur naar Andermatt fietsen. Dat is 102
kilometer waarbij we 2243 meter moesten stijgen, en dat met al onze bagage. In het begin kwamen
we kort in uw wielerwedstrijd terecht en stegen we relatief langzaam in hoogte, met maar enkele
steilere klimmetjes, waarna we vaak gewoonweg terug naar beneden moesten. "We zijn dus net echt
heel veel geklommen. Allee, twee-/driehonderd meter ofzo. En nu gaan we hoogstwaarschijnlijk
terug naar beneden en dan moeten we terug omhoog. Dus dat is echt belachelijk eigenlijk." Op het
einde, bij de Oberalppass, werd de weg wel een stuk steiler.
Maar wanneer we dan uiteindelijk de
top hadden bereikt, waren we wel fier op onszelf! Na een nacht in de tuin van een minder
vriendelijke vrouw in Andermatt te hebben geslapen, begonnen we vol goede moed
aan de nieuwe rit. En die begon met de Furkapass over te steken. Deze pas bleek
nog hoger te zijn van de Oberalppass van de dag ervoor. Het hoogste punt lag
namelijk een kleine 400 meter hoger, op 2431 meter boven zeeniveau. Nadat Paul
zijn drone had gecrasht en we de volledige 1000 meters hadden geklommen kwamen aan op de
top. "Ich bin proud of… Ich bin proud of you!" Vanaf dan was de weg nog zo goed als alleen
maar naar beneden, omdat we niet langer de Rijn stroomopwaarts moesten volgen, maar de Rhône
stroomafwaarts.
Op de weg naar beneden hadden we een oogverblindend uitzicht op het dal onder
ons. En hebben we ook even de bron van de Rhône uit de lucht kunnen zien. "En jongens, we zijn
terug beneden in de vallei, nadat we helemaal naar boven zijn gegaan, helemaal dood zijn gegaan.
Maar het was het waard!" Die avond hebben we dan nog een slaapplek gevonden in het dorpje Ernen,
waar we ook een verkeersbord hebben geleend. En toen was het plotseling 21 augustus,
wat onze 8e en laatste fietsdag was. Die dag zouden we aankomen in Vercorin,
waar familie van Lorris woont. Maar, voordat we daar aankwamen moesten we nog
een paar obstakels overwinnen.
Als eerste moesten we door een bos in een steile
kloof naar beneden en terug naar boven. Onderweg kwamen we daar wel een man tegen
die een authentieke Alpenhoorn bespeelde. Vervolgens hadden we beslist om zoals
de avond ervoor wat souvenirs mee te nemen. "Het EUROVELO bordje stelen, inderdaad!
Jeej!" Na grotendeels licht bergafwaarts te moeten rijden, kwamen we aan in Sierre en daar was ons 2e
obstakel. Want aangezien Vercorin 800 meter hoger ligt dan de vallei moesten we nog helemaal
naar boven fietsen, bij ongeveer 40 graden. Die avond hebben op de top van Vercorin
gekampeerd, in een daarvoor bedoelde bivakzone. Nu we waren aangekomen in Vercorin
betekende dat niet dat we al naar huis moesten. We hadden nog een
dagje, daarom zijn we die dag gaan hiken naar de Becs de Bosson.
Dat was
een wandeling met verschillende platteaus, waar de natuur telkens wat anders was. Op het eerste plateau zaten we al zo goed als boven de boomgrens en konden we de rivier mooi door
de natuur zien glijden. Op het tweede plateau zagen we heel wild water in een spleet in de
grond, en was er geen boom meer te bekennen. Op het derde platteau bevond zich Le
Louché, een meer met een aparte vorm. En tot slot op het vierde plateau,
waren er alsmaar minder planten en uiteindelijk wandelden we gewoonweg op de rotsen. Uiteindelijk kwamen we aan bij de berghut
van de Becs de Bosson op 3000 meter hoogte.
En aangezien we geen truien mee hadden,
zijn we maar snel gestart en onze terugweg. "We hebben geen truien mee, want we
zijn dom geweest." En nog één ding: Bedankt, Paul en Lorris, voor deze prachtige reis! "En we zijn aangekomen aan de Drie-Landen-Brug." "We hebben een nieuwe machine, gratis meegekregen." "We zijn in het Heidi dorp.".