Wij Zitten In Een Chocoladeloop | Klachtenbureau

Hallo.
Is dit het klachtenbureau? Jazeker.
– Mooi. Want wij zijn Ton en Liesbeth…
– Uit Hendrik-Ido-Ambacht… en wij hadden een klacht.
– en wij hadden een klacht. Het begon ruim 27 jaar geleden,
wij hadden net verkering. En als dank voor het aangename eerste kwartaal,
gaf ik haar een hartvormig doosje met bonbons. Niet veel later zaten wij
in de bioscoop bij een zwakke film.

Toch gezellig want ik had een zakje
chocopinda's op schoot. Enfin, wij trouwen. En in een moordend tempo verdween
de sfeer en liefde uit onze relatie. Ik zeg: Goh, Liesbeth, hoe deden we dat
dan vroeger ook alweer? Tsja, Ton, toen nam je nog weleens
bonbons mee of chocopinda's. Dus ik haal een doos bonbons,
wij eten die samen op… en inderdaad, er kwam iets terug
wat leek op liefde. Of Ton kocht een reepje
en dan was het weer een uurtje gezellig. Het gevolg:
Hoe langer onze relatie duurde…

Hoe banger wij waren om een avond
zonder chocola te zitten. Hij kocht steeds grotere repen,
megadozen bonbons. Maar hoe groot ook de verpakking,
alle chocola ging steeds diezelfde avond nog op. Ja, dat ken ik.
Chocola is zo gemaakt dat je blijft dooreten. En dat is allemaal prima en
ongevaarlijk voor luie mensen zoals u. Die na het gevreet met een lege doos
op de bank blijven zitten. Maar wij rennen meteen naar de winkel,
nieuwe chocola halen. Wij eten niet tot de reep op is… wij stoppen pas als overal
de chocola is uitverkocht. Dat willen we niet.
Maar ja, zo is chocola gemaakt. Wij worden er kotsmisselijk van. Even naar huis om te braken
en snel weer terug naar de winkel. Nou, maar wat knap dan
dat jullie niet dik zijn. Mevrouw, wij hebben geen geld meer voor een auto. Wij joggen al twintig jaar van het ene verkooppunt
naar het andere. Zijn jullie al twintig jaar
chocoladeverslaafd? Correct.
En dat vinden wij walgelijk van elkaar. Dus wij geven elkaar een rotgevoel… hup, nog meer chocola erin
om dat gevoel weg te krijgen.

Wij zitten in een chocoladeloop. Red ons.
– Hahaha. O, dus als wij twintig kilo drugs neerzetten,
moet u ook lachen? Wij eisen dat we zeven maanden van onze
chocoladeverslaving mogen afkicken op een tropisch eiland. En dat er bij thuiskomst nergens
nog chocola te krijgen is. Ik ga even voor u bellen. Hoi, Harriën, hai.
Ik heb hier twee chocoladejunks. Afkicken op een tropisch eiland
en een chocoladeverbod. Ja, nee. O, ja, toch? Ja, ja. Ja-ha-ha-ha-ha, oké, ja. Helaas, we kunnen niets voor u doen. Tuurlijk! Elke zuiplap mag naar
een duur afkickhotel… maar wij snoepertjes kunnen creperen. Kom, Liesbeth.
Wij gaan wereldwijd alle chocola kopen en opvreten… voordat er nog meer slachtoffers vallen.
– Dat zal ze leren!.