Vertaald door: Rik Delaet
Nagekeken door: Els De Keyser Weet je hoeveel soorten bloeiende planten er zijn? Een kwart miljoen – die we kennen tenminste – een kwart van één miljoen soorten bloeiende planten. Bloemen zijn lastposten. Ze zijn voor planten moeilijk om te produceren. Ze slorpen een enorme hoeveelheid energie en heel wat grondstoffen op. Waarom zouden ze al die moeite doen? Het antwoord is natuurlijk, zoals met zoveel dingen in de wereld, seks. Ik weet waaraan je denkt wanneer je naar deze foto's kijkt. Er is een reden dat seksuele reproductie zo belangrijk is – er zijn veel andere dingen die planten kunnen doen om te reproduceren.
Je kunt ze stekken; ze kunnen een soort van seks met zichzelf hebben; ze kunnen zichzelf bestuiven. Maar het is echt nodig dat ze hun genen verspreiden door ze te combineren met andere genen, zodat ze zich kunnen aanpassen aan milieuniches. Zo werkt evolutie. Planten geven die informatie door door middel van stuifmeel. Sommigen van jullie kunnen sommige van deze foto's eerder hebben gezien. Zoals ik al zei zou elk huis over een scanning-elektronenmicroscoop moeten beschikken om dit te kunnen zien.
Er zijn zoveel verschillende soorten stuifmeel als dat er bloeiende planten zijn. Dat is handig voor forensisch onderzoek onder andere. Het meeste stuifmeel dat bij ons hooikoorts veroorzaakt, komt van planten die de wind gebruiken om het stuifmeel te verspreiden. Dat is een zeer inefficiënt proces, reden waarom zoveel ervan in onze neuzen terechtkomt. Je moet er massa's en massa's van rondstrooien, in de hoop dat je geslachtscellen, je mannelijke geslachtscellen, die in het stuifmeel zitten, op een of andere manier alleen door toeval bij een andere bloem terechtkomen.
Alle grassen, waaronder alle graansoorten, en de meeste bomen zijn windverspreiders van stuifmeel. Maar de meeste soorten maken gebruik van insecten. Dat is intelligenter omdat er dan niet zo veel stuifmeel nodig is. De insecten en andere soorten kunnen het stuifmeel meenemen en rechtstreeks overbrengen naar de plaats waar het nodig is. We zijn natuurlijk op de hoogte van de relatie tussen insecten en planten. Ze hebben een symbiotische relatie, Of het nu gaat om vliegen of vogels of bijen, ze krijgen er iets voor terug, en dat iets is over het algemeen nectar. Soms heeft die symbiose geleid tot prachtige aanpassingen – de kolibrievlinder is mooi in zijn aanpassing. De plant krijgt iets en de kolibrievlinder verspreidt het stuifmeel naar elders. Planten zijn zo geëvolueerd om hier en daar kleine landingsbanen te creëren voor bijen, die misschien de weg kwijt zijn. Er zijn markeringen op veel planten die op andere insecten lijken. Dit zijn de meeldraden van een lelie, knap gedaan.
Wanneer het nietsvermoedende insect erop landt klapt de helmknop omhoog en smakt een grote klomp stuifmeel op zijn rug, waarmee het dan naar een andere plant gaat. Er is een orchidee die wel kaken lijkt te hebben. In zekere zin is dat ook zo; het dwingt het insect naar buiten te kruipen, het wordt met stuifmeel bedekt om dat ergens anders mee naartoe te nemen. Orchideeën: er zijn tenminste 20.000 soorten orchideeën – Een ongelooflijke verscheidenheid. Ze hebben allerlei trucs. Ze moeten bestuivers proberen aan te lokken om aan hun trekken te komen. Deze orchidee is bekend als Darwin's orchidee, want het is er een die hij bestudeerde. Hij maakte een prachtige voorspelling toen hij ze zag. Je kunt zien dat er een zeer lange nectarbuis onderaan de orchidee hangt. Het insect moet – we zijn in het midden van de bloem – zijn kleine zuigslurf door die nectarbuis helemaal naar beneden steken om tot bij de nectar te geraken. Darwin zei door te kijken naar deze bloem: "Ik denk dat hiermee iets anders gecoëvolueerd is." En ja hoor, daar is het insect.
Normaal gesproken zit die slurf opgerold maar in zijn uitgeklapte vorm ziet ze er zo uit. Nu kunnen jullie zich voorstellen dat als nectar zo'n waardevol ding is en kostbaar voor de plant om te produceren, en het veel bestuivers aantrekt, dat er dan, net als bij de menselijke seks, iemand zou kunnen beginnen met misleiden. Ze zouden kunnen zeggen, "Ik heb wat nectar. Willen jullie er ook wat?" Dit is een plant. Insecten in Zuid-Afrika zijn er dol op. Ze evolueerden met een lange slurf om nectar te kunnen opzuigen. En deze plant hier bootst dat na.
Deze plant bootst de eerste na. Hier is de vlieg met de lange slurf maar hij kreeg geen nectar van de nabootser. Die geeft geen nectar. Het insect liep erin. Niet alleen kreeg de vlieg geen nectar van de nabootsende plant, ze heeft ook – als je zeer nauw kijkt naar het hoofdeinde, kun je zien dat ze een beetje stuifmeel kreeg dat ze zou overbrengen naar een andere plant. Alleen kwam er een botanicus langs die haar op een blauw stukje kaart prikte. (Gelach) Bedrog vind je overal in het plantenrijk. Deze bloem met haar zwarte stippen: het lijken zwarte stippen voor ons, maar voor mannelijke insecten van de juiste soort lijkt dat op twee vrouwtjes om een avontuurtje mee te beginnen.
(Gelach) Als het insect erop landt, bepoedert het zich met stuifmeel en neemt dat mee naar een andere plant. Als je kijkt naar zo'n foto van ieder-thuis-moet-er-een-hebben scanning-electronenmicroscoop, kun je zien dat er eigenlijk een drie-dimensionaal patroon is te zien. Het voelt waarschijnlijk zelfs goed aan voor de insecten, evengoed als het er uitziet. Op deze elektronenmicroscoopfoto's – hier is er een van een orchidee die een insect nabootst – kun je zien dat verschillende delen van de structuur verschillende kleuren hebben en voor onze ogen verschillende texturen. Maar dat kunnen zeer, zeer verschillende texturen zijn van wat een insect zou kunnen waarnemen.
Deze is geëvolueerd om een glanzend metaalachtig oppervlak na te bootsen dat je ziet bij sommige kevers. Onder de scanning-elektronenmicroscoop, zie je dat de oppervlakte er heel anders uitziet dan de andere oppervlakken waar we naar hebben gekeken. Soms bootst de hele plant een insect na, zelfs voor ons. Dat lijkt op een soort vliegend beest. Het is een prachtig, geweldig ding. Deze is slim. Hij heet obsidiaan. Ik denk er soms aan als 'gluiperiaan'. Voor de juiste soort bijen, ziet dit eruit als een zeer agressieve bij. Ze gaat erop af, bonkt herhaalde malen op haar hoofd om ze weg te jagen, en bedekt zich daarbij, natuurlijk, met stuifmeel. Deze plant bootst ook nog een orchidee na met een prachtige voorraad voedsel voor insecten.
Maar van deze krijgen ze niks. Ze is misleidend op twee niveaus – geweldig. (Gelach) Hier zien we ylang ylang, een ingrediënt van vele parfums. Ik heb zojuist nog geroken dat iemand het op had. Deze bloemen hoeven echt niet op te vallen. Ze sturen een fantastische geur uit voor ieder insect dat er tuk op is. Deze ruikt niet zo goed. Dit is een bloem die echt heel, heel smerig ruikt en is ontworpen, of liever, geëvolueerd, om te lijken op aas.
Vliegen zijn er gek op. Ze vliegen naar binnen en bestuiven ze. Dit is helicodiceros, ook bekend als dood-paardaronskelk. Ik weet niet hoe een dood paard eigenlijk ruikt, maar de geur van deze bloem komt daar waarschijnlijk vrij dicht bij. Het is echt verschrikkelijk. Bromvliegen kunnen er gewoon niet aan weerstaan. Ze vliegen erin tot helemaal naar beneden. Ze leggen er hun eieren in, denken dat het een mooi stukje aas is en realiseren zich niet dat er geen voedsel is voor de eieren, dat de eieren gaan sterven. Maar de plant heeft ondertussen geprofiteerd omdat de haren stuifmeel loslaten en de vliegen ermee verdwijnen om de volgende bloem te bestuiven – fantastisch. Hier is de aronskelk, Arum maculatum, dames en heren in dit land ook wel de 'cuckoo-pint' genoemd. Ik fotografeerde dit ding vorige week in Dorset.
Dit ding warmt op tot ongeveer 15 graden boven de omgevingstemperatuur – geweldig. Als je erin naar beneden kijkt dan zie je dit soort hek langs de kolf, vliegen worden aangetrokken door de warmte – die vluchtige chemische stoffen doet verdampen – kleine vliegjes worden ingevangen in deze ruimte. Ze drinken deze fantastische nectar en zijn daarna allemaal een beetje plakkerig. 's Nachts worden ze bedekt met stuifmeel dat op hen neerdwarrelt. Dan gaan de haren die we hierboven zagen, verwelken en al die vliegjes bedekt met stuifmeel eruit laten – weer geweldig. Als je denkt dat dat al fantastisch is, dan is dit een van mijn grote favorieten. Dit is de Philodendron selloum. Iedereen hier uit Brazilië kent deze plant. Dit is het meest verbazende ding. Dat soort fallische ding daar is ongeveer 30 centimeter lang. Het doet iets dat geen andere plant doet die ik ken: wanneer hij bloeit – dat is de bloeikolf daar in het midden – voor een periode van ongeveer twee dagen, gaat hij, op een manier die vergelijkbaar is met zoogdieren, metaboliseren. In plaats van zetmeel aan te maken, wat het voedsel is van planten, doet ze iets gelijkaardigs met bruin vet.
Ze verbrandt het met onveer dezelfde snelheid als dat een jonge kat dat doet. Dat is twee keer de energie-output, gewicht voor gewicht, van een kolibrie – absoluut verbazingwekkend. Dit ding doet nog iets anders dat ongebruikelijk is. Niet alleen verhoogt het zijn temperatuur tot 115 Fahrenheit, of 43 tot 44 graden Celsius, voor twee dagen, maar het blijft op een constante temperatuur. Ze heeft een thermoregulatie-mechanisme dat de temperatuur constant houdt. "Waarom doet ze dat?" hoor ik jullie vragen. Weet je dat er kevers zijn die er van houden om net bij die temperatuur te vrijen.
Ze gaan naar binnen en doen hun ding. (Gelach) De plant beregent ze met stuifmeel en zij gaan weer bestuiven. Prachtig. De meeste bestuivers waar we aan denken, zijn insecten, maar eigenlijk zijn er in de tropen, vele vogels en vlinders die bestuiven. Veel tropische bloemen zijn rood, omdat, zouden we kunnen denken, vlinders en vogels net als wij zien en de kleur rood erg goed opvalt. Maar als je naar het spectrum kijkt, zien vogels en wij rood, groen en blauw en zien dat spectrum zo. Insecten zien groen, blauw en verschillende tinten ultraviolet. Er is iets dat daarbuiten valt. "Zou het niet geweldig zijn als we konden 'zien' wat dat is?" hoor ik jullie al vragen.
Dat kan. Wat ziet een insect? Vorige week nam ik deze foto's van zonneroosje, Helianthemum, in Dorset. Dit zijn kleine, gele bloemen, zoals we allemaal kunnen zien, overal kleine gele bloemen. Zo zien ze eruit met zichtbaar licht. Dit is hoe ze eruit zien als je het rood weglaat. De meeste bijen zien geen rood. Ik zette een aantal ultraviolette filters op mijn camera en nam een zeer, zeer lange belichtingstijd met de specifieke frequenties van ultraviolet licht en dit is wat ik kreeg. Een fantastische schietschijf. Nu weten we niet precies wat een bij ziet, net zo min als jullie weten wat ik zie als ik dit rood noem. We kunnen niet weten wat er gaande is in de geest van een ander mens, laat staan bij een insect. Maar het contrast zal er ongeveer zo uitzien. Erg opvallend tegen de achtergrond. Hier is nog een kleine bloem – met een verschillende reeks van ultraviolette frequenties, verschillende filters om te passen bij de bestuivers.
Zoiets zou ze moeten zien. Voor het geval je denkt dat alle gele bloemen deze eigenschap hebben – geen bloem werd beschadigd bij het maken van deze opname; ze werd alleen maar aan het statief vastgehecht, niet gedood – vervolgens, onder ultraviolet licht, ziet ze er zo uit. Dit kon de basis van een zonnecrème zijn, omdat zonnebrandmiddelen ultraviolet licht absorberen. Misschien is de chemische stof erin wel nuttig. Tot slot dit is er een van een teunisbloem die Bjorn Rorslett uit Noorwegen me opstuurde – met een fantastisch verborgen patroon. Ik hou van het idee van iets verborgens. Er is iets poëtisch aan. Deze foto's werden gemaakt met een ultraviolet filter. De voornaamste gebruikers van dat filter zijn astronomen, om foto's van Venus te nemen – eigenlijk de wolken van Venus.
Dat is het voornaamste gebruik van deze filter. Venus is natuurlijk de godin van de liefde en de vruchtbaarheid. Heeft allemaal te maken met bloemen. Terwijl bloemen veel moeite besteden om bestuivers hun werk te laten doen, zijn ze er ook op een of andere manier in geslaagd om ons te overtuigen grote velden vol te planten en ze aan elkaar te geven in tijden van geboorte en dood, en vooral bij het huwelijk, dat, wanneer je erover nadenkt, het moment is dat de overdracht van genetisch materiaal van het ene organisme naar het andere wordt bezegeld. Heel hartelijk bedankt. (Applaus).